Beginnerscursus naaien

Heb je een naaimachine, maar durf je er nog niet mee te werken? In tien lessen leer je allerlei tips en tricks om vlot te stikken met je naaimachine. Ann zet je aan de slag met oefeningen op papier (lijnen, cirkels, hoeken), zodat je je machine leert gebruiken op papier voordat je aan de slag gaat op stof. Je krijgt hierdoor meer voeling met de werking en de snelheid van je naaimachine. Je leert inrijgen, het verschil tussen onder- en bovendraad en welke steken een naaimachine allemaal toelaat.   
 
Met de opgedane basiskennis ga je in de volgende lessen verder aan de slag om kledingstukken of accessoires te maken. Je leert werken met verschillende soorten patroonpapier (patronen overbrengen op stof) en correct uitknippen. Ann licht toe hoe je patroonboekjes moet doorlezen en hoe je zuinig kan omspringen met stoffen.   
Stel alvast je wensenlijstje samen! In groep wordt besproken wat aan bod kan komen: een eenvoudige huisbroek met zakken, een rechte rok of cirkelrok, etc.  
 
Na deze beginnerscursus ben je klaargestoomd om over te stappen naar een jaarreeks (naaiatelier of naaicursus), waarin je je kennis en kunde verder kan specialiseren en verfijnen.  
 
meebrengen: naaimachine, stofschaar, papierschaar, lat 30 cm (minimum), patroonpapier, puinzakken (bv. Bij Action), kopspelden, stofkrijtje, balpen en potlood, lintmeter, tornmesje, zoommaatje, machinenaalden, bijpassend garen voor de stoffen die je kiest, notitieboekje, naald en draad.  
 
Deze lessenreeks gaat om de twee weken door (uitgezonderd schoolvakanties en feestdagen), zodat je voldoende tijd hebt om de opgedane kennis thuis in te oefenen.